dinsdag 19 juni 2018


Na een aantal dagen lekker relaxen op het Veerse Meer zijn we richting Middelburg gevaren.  De dieseltank en watertanks vullen en boodschappen doen.




We mochten de auto lenen van onze vrienden, Peter en Miriam. Boodschappen doen is ook een hele aangelegenheid.  Wat neem je mee en hoeveel neem je mee. En dan moet alles nog opgeborgen worden terwijl de boot al aardig vol is.
Maar met passen en meten is het dan toch gelukt.
Vanuit Vlissingen gaan we vertrekken, het zag er naar uit dat vanaf 4 juni de weersvoorspellingen goed waren om te vertrekken richting het zuiden .

kanaaltje van Arnemuiden

Op 3 juni varen we richting Vlissingen,  je moet nl onder vijf bruggen door om van Middelburg richting Vlissingen te komen. Deze bruggen worden vanuit post Vlissingen automatisch bediend.
Bij de eerste brug moesten we al een uur wachten. Maar wat maakt het uit, we hebben tenslotte alle tijd van de wereld.

De zon staat hoog aan de hemel. Mensen die aan het wandelen of aan het sporten zijn,  een zwerver die van alles uit de afvalbakken haalt. We vragen ons af hoe deze zwerver tot dit leven gekomen is.
Aangekomen in Vlissingen zoeken we nog een plaatsje voor de nacht en vinden een plaats aan een steiger bij een bedrijf waar niemand meer aanwezig is.
De wekker rinkelt de volgende ochtend om 06.00 uur maar er was alleen maar dichte mist. Dat wordt niets en maar weer wachten tot de mist wat optrekt.
Na een paar uur is het dan zover, we gaan door de sluis van Vlissingen nu werkelijk vertrekken en zo voelt het ook werkelijk. Zeilpakken, wolletjes (onderkleding) en laarzen aan.
Het is de bedoeling dat we deze kleding na dit eerste stuk niet meer nodig hebben. We hebben allebei een pleister voor zeeziekte geplakt. Aan de zeegang moeten we toch telkens weer opnieuw wennen en deze pleisters werken voor een aantal dagen. Je hebt er wel een droge mond van maar dat nemen we maar op de koop toe.


We willen in één keer naar Cherbourg doorvaren langs de kust van België en Frankrijk. De windrichting is goed en dit stuk hebben we al vaker gevaren. Voor we het wisten waren we Duinkerken voorbij en richting Calais. De eerste nacht kondigde zich aan.
We hadden overdag de Genaker op staan maar daar varen we ’s nachts eigenlijk nooit mee. (Genaker is een groot lichtweer voorzeil). Als er met dit zeil snel iets moet gebeuren heb je in de nacht toch een probleem. Het grootzeil en de Genua staan, maar rond 01.00 uur trok de wind toch flink aan. We hebben uitschieters van 32 knopen wind voorbij zien komen op onze windmeter
(dikke windkracht 7).  Als we in de nacht varen houden we meestal om de beurt wachten van 2 uur. Een slaapt en de ander houdt de wacht, de koers, de zeilen en eventueel andere boten in de gaten. Maar vooral op zo’n eerste nacht gaat dit altijd wat moeizaam. Je moet dan weer in dat ritme komen. Voor langere tochten hebben we een scheepsbed, een bank met een stevig zeil er voor gespannen zodat je bij flinke wind tegen dat zeil aan schommelt, stevig ligt en niet uit je bed valt. De persoon die wacht heeft draagt dan ook altijd een zwemvest met een lifeline . In ons zwemvest hebben we sinds deze reis een Ais-Sart zitten. Mocht één van ons in het water vallen gaat binnen in de boot een alarm af en wordt er een positie aangegeven via de GPS zodat de één precies weet waar de ander ligt. Je kunt dan in ieder geval terugvaren nar de positie waar de drenkeling is.
De zee bouwt nog meer op en er staan dan ook snel steile golven die schuin van achteren komen. Dat is waar we ze het liefste hebben dus toch nog een beetje mazzel.
Een voordeel is als je in juni vertrekt dat dan de nachten nog kort zijn. Het is dan ook al om 05.00 uur licht. En met het licht worden verandert meestal ook het weer. De wind neemt af naar 20 knopen.
We kunnen op ons gemak ontbijten. Even een moment van rust. Twee gekookte eieren en een boterham met kaas en koffie binnen aan tafel. Wij kunnen allebei niet zonder Hollandse kaas dus dat wordt nog wat.


Aangekomen in de stad Cherbourg (Frankrijk)  gaan we voor anker liggen in een baai. Dit zijn nu echt kosten waar je op kunt bezuinigen als je langere tijd weg wilt blijven. Je ligt dan lekker rustig en kun je naar de stad als je de drukte op wilt zoeken. 
Na een nacht voor anker te hebben gelegen in Cherbourg vertrekken we pas in de middag om 16.00 uur richting Guernsy (Kanaaleilanden) omdat we het tij mee willen hebben. We moeten langs de Race van Alderny. Een beruchte plaats waar veel stroming staat dat je mee moet hebben anders is het niet te varen. Het stuk tussen Alderny en het vaste land.  Deze keer hebben we het goed gepland. Het water kolkte van de stroming, rechts sturen en links sturen. In het begin grootzeil en voorzeil maar later moet ook de motor bij. Te weinig wind.
We hebben achter de boot een vislijn gehangen terwijl we varen. In de hoop om nog een vis te vangen. Ook een leuke bezigheid voor onderweg. Vooral als er weinig wind is. Maar de vissen van tegenwoordig zijn slimmer dan wij denken. Tot nu toe weinig gevangen. We hebben al van alles geprobeerd, lichtgevende nepvisjes en ga zo maar door.
Dus dat wordt vanavond weer geen vis eten.

Moment van bezinning

We zijn aangekomen in Sint Peters Port en liggen voor anker net naast de haven in een inham.
Tijdens het afmeren merkte Ad dat de ankerlier niet meer omlaag ging met de afstandsbediening. Dat is op zich geen probleem omdat het anker ook zonder stroom omlaag gaat, maar omhoog is natuurlijk wel een probleem. We proberen twee klusjes per dag te doen, reparatie en onderhoud. Deze keer was de ankerlier aan de beurt. De afstandsbediening was niet het probleem maar de aansluiting voor bij de ankerlier. Deze was door oxidatie los geraakt, dus maar gelijk het hele stuk vernieuwd.
Tweede klus was het tot stand brengen van de internetverbinding. We hebben aan boord een Mifi, een kastje waar je een internetkaart in stopt. Maar sinds ons vertrek uit Nederland werkte deze niet meer. De provider gebeld voor een oplossing. Bleek dat we een paar maanden geleden de roaming uitgezet hadden. Dus ook weer opgelost.
We gaan nog even wat boodschappen doen in het dorp met de bijboot (ook wel dinghy genoemd).  We moeten hier wel goed uitkijken waar we de bijboot aanleggen, het verschil tussen eb en vloed is hier groot, dus moeten we rekening houden dat we de boot niet ophangen. Maar we zagen een drijvende steiger dus geen probleem. Tussen de lokale vissers met een groot slot erop. Bij terugkomst bleek dat dit plaatsje aan een ander toebehoorde. Hij had ons touwtje los gemaakt en zijn bootje er tussen gewrongen. Wij hadden een flink slot op de boot zitten (een slot waarvan je denkt waar gaat het slot met het bootje naartoe) maar dat kreeg de visser natuurlijk niet los. Wel wat krasjes op de motorkap maar die zullen er nog wel meer op komen.


Ik heb vandaag ook nog yoghurt gemaakt.

Benodigdheden:

250 gr. volle yoghurt of Griekse yoghurt
1 liter volle melk (mag ook houdbare melk zijn)
10 theelepeltjes melkpoeder


Dit alles mengen en opwarmen gedurende een half uur tot 50 gr.
Dan in een dikke deken wikkelen en gedurende 12 uren laten staan.
Heel simpel en je hebt echt lekkere zachte yoghurt.
Met een gedeelte wat hiervan overblijft kun je dan evt. weer nieuwe yoghurt maken.
Handig voor ons als we enkele dagen op zee zijn en er geen winkel in de buurt is.


Ad is met de bijboot wat aan het rond varen en komt terug met een zak kneukels. Dit zijn kleine slakjes die je kookt en dan bij de borrel eet. Het is best een werk want je moet ze met een naald uit het huisje zien te peuteren.


Na twee nachten in Guernsey te hebben gelegen is het weer tijd om verder te varen.
Vanochtend ging de wekker om 04.00 uur. Nog even ontbijten en dan rustig richting de kust van Frankrijk. Zo vroeg wegvaren vinden we eigenlijk niets maar soms moet het wel vanwege gunstige stroming en wind.
Weer een stapje verder op onze reis.
Er staat nog weinig wind dus eerst maar een stuk op de motor. Grootzeil op als steun zodat de boot meer stabiliteit heeft.
Het is 05.00 uur en we zitten in de kuip te genieten van een beker koffie.
Langzaam ebt de twijfel van ons vertrek weg. We beseffen dat we het goed hebben.
Pure vrijheid, geen verantwoording af te leggen, alleen aan onszelf.  We denken nog regelmatig terug aan de woorden van de vrouw op het Veerse Meer die al 5 jaar de strijd voert tegen kanker. Het voelt goed wat we doen en we voelen ons op ons gemak.
We kijken over de mooie zee, achter ons komt de zon langzaam op. Er staat inmiddels ook meer wind. We varen precies voor de wind en gaan varen als “melkmeisje” : Grootzeil aan de ene kant en het voorzeil aan de andere kant.

We hebben een plekje gevonden in de luwte van de wind bij een plaats genaamd Lannion.
Er lagen overal drijvertjes van vissers maar nog wel een plaatsje om ons anker te laten vallen voor de nacht.
Nog even een film gekeken en vroeg naar bed. We waren moe van het varen en gaan morgen weer vroeg verder.

De volgende ochtend weer om 06.00 uur vertrokken. Er stond een flinke dikke mist. De plek waar we lagen was ook niet ideaal. Dus radar en AIS aan zodat andere schepen ons konden zien, marifoon en verlichting. Met deze dikke mist is een AIS toch echt een aanrader om aan te schaffen. Je ziet boten op zee door de mist niet varen maar wel op je scherm alsmede hun gegevens. Zeker in dichte mist kunnen ze snel in de buurt zijn.  Het is een tochtje van 38 mijl dus wel te overzien.
We zagen te laat twee boeitjes van vissers waaraan een korf hangt, een bal met een lange drijver aan elkaar gemaakt dmv een touw. We voeren er net overheen en ja hoor die bleef natuurlijk achter de kiel van de boot hangen. We kwamen niet meer vooruit. Ad dacht al dat wordt zwemmen maar gelijktijdig toen de boot werd stilgelegd, schoot de lijn los. We konden zonder nat pak weer verder.
Even later was een motorjacht in aantocht, te zien op de AIS. Dit jacht voer 16 knopen en dat is best snel, zeker in dichte mist en kwam ook nog recht op ons af. Toch maar even via de marifoon opgeroepen maar geen reactie, daarna nog een keer opgeroepen maar weer geen reactie maar hij verlegde toen wel zijn koers.
Rond 15.00 uur kwamen we aan in het kleine havenplaatsje L’Aber-Wrach waar we aan een mooring gingen liggen. Een mooring is een boei met een zwaar gewicht eraan of die door middel van een ketting aan een volgende mooring is bevestigd. Boven op deze mooring zit een stalen ring waar wij een lijn doorheen kunnen halen.
Weer even bijkomen van deze intensieve tocht.


De volgende dag Vanuit L’Aber-Wrach willen we om de punt bij Brest naar Camaret varen maar onderweg staat de wind zo goed dat we besluiten naar het eiland Il Quessant te varen.
Een eiland dat vier uren van en uit de kust van Brest ligt.
Maar eerst nog even een verhaal van de ochtend voor vertrek.
De ochtend besluiten we voor we gaan vertrekken nog wat diesel bij te tanken. Het tankstation is aan de andere kant van de marina, dus om daar te komen moeten we los van de mooring de haven in. Op een bord staat aangegeven in het Frans waar je langs moet varen. Allemaal erg onduidelijk. We kiezen echter voor de verkeerde weg en lopen vast aan de grond. Achteruit niets, boegschroef links en rechts niets.
Blijkt dat in het midden van de haven een ondiepte ligt en dat je via een smal stuk daar langs moet. Je moet het maar weten.
De havenmeester komt aanvaren met een Rib en wil ons wel even los trekken. Maar we zitten muurvast. Het is dan ook nog bijna laag water dus moeten we midden op het water wachten tot het hoog water wordt om los te komen. En dat is dan twee uur wachten. Gelukkig is de ondergrond modder. De havenmeester brengt met zijn boot onze lijnen naar de kant.
Ons geluk was dat we vast liepen net voor laag water.
Dus maar weer een kopje koffie drinken.
Na twee uren wachten zijn we weer los. We besluiten om alleen maar even water te tanken, diesel komt later wel ergens.

We gaan weer onderweg naar Il Quessant. Een eiland waar we in een baai gaan liggen met veel moorings. Alle moorings zijn bezet dus we gaan weer voor anker liggen. Een mooring moet je voor betalen (ongeveer 30 euro) en op anker is gratis.
Lekker even relaxen en rustig slapen. Nou rustig slapen dat ging die nacht niet lukken. De boot lag de gehele nacht te schommelen door een flinke swell die naar binnen kwam in de baai. Om een beetje te kunnen slapen houden we elkaar maar stevig vast om zo wat stabiliteit in bed te krijgen.
Dus de volgende dag maar weer verder varen. Liever niet weer een een nacht als deze.
Je bent constant bezig met het plannen van de tochten, dat je goede wind hebt, stroom mee of in ieder geval zo weinig mogelijk stroom tegen en dan is het ook nog vaak dat je vroeg in de ochtend moet gaan varen. Dus niet echt omstandigheden die je zoekt op een vakantie.
Dit blijft ook nog wel even zo tot we richting Spanje komen. De meeste zeilers willen dit eerste stuk zo snel mogelijk voorbij zijn omdat dan meer rust in het zeiltochten komt.


Il de Quessant

De wind staat goed en de golven zijn rustig. We varen nog een Nederlands bootje voorbij dat ook afgelopen nacht bij ons in de baai lag en zwaaien naar elkaar. Deze man vaart alleen. Dat vind ik altijd een beetje gevaarlijk. Je staat overal alleen voor.

We varen weer richting Audierne, een stuk van 40 mijl via Raz de Sein. Een doorgang tussen eilanden en ondiepten. Deze route staat duidelijk aangegeven  maar er kunnen hier echter flinke grondzeeën staan zeker als de stroom tegen de wind in staat, dan ontstaan er hoge puntige golven.  Dit gebied staat bekend om zijn onheilspellendheid. Hier kunnen ruwe en diepe zeëen en stroming bij elkaar zorgen voor gevaarlijk kolkende zeeën.

De wind komt precies van achteren en we varen we alleen op het grootzeil wat we normaal nooit doen. Dus met deze zeeën gaan we eigenlijk te langzaam. Zo hard mogelijk varen zodat de boot goed stuurt en dat je de baas blijft over je eigen boot en niet de golven. Zo werden we door te weinig snelheid door de golven opzij gezet. Daarna hebben we het voorzeil erbij gezet zodat we minimaal 7 knopen lopen waardoor de boot beter bestuurbaar blijft. Het wordt dan gelijk anders, meer rust in de boot. Nou dat was weer een leermoment. Gewoon doen wat je normaal ook doet. Maar de zee is steeds verrassend maar ook spannend. Toch houden we hiervan.

We zijn rond 08.30 uur weer vertrokken uit Audierne richting Bénodet. Een mooie zeiltocht met gunstige wind en een lekker zonnetje. Een zeiltocht met verschillende zeilwisselingen, goede wind 15 – 20 knopen bakstagwind, en tot aandewind in de aanloop van de haven.
In de haven besluiten we diesel te tanken maar er wordt een rib uit ons lijf getrokken. De diesel kost hier 1,71 euro per liter en dan ook nog benzine voor de buitenboordmotoren van de bijboot.
We zijn hier al eerder met een vakantie geweest dus weten hier een beetje de weg. Bénodet is een mooie toeristische badplaats. Hier zullen we zeker meer Nederlandse zeilers tegenkomen.

We varen de dure haven voorbij en gaan onder een hoge brug door een rivier op, op zoek naar een ankerplekje. Hier lig je midden in de natuur tussen bossen. Boten van de plaatselijke bevolking liggen hier op de rivier aan een mooring.

Japans bessenwier recht uit de zee

Na wat zoeken vinden we een mooi stukje midden in de natuur en groen om ons heen , de zon schijnt en op de rivier is het windstil . En mooi pitoresk plaatje.
Tussen de bossen staan hier prachtige grote landhuizen en boerderijen. Echt Frans!!

Benodet 

Je hebt hier een verval van 5 meter dus even opletten dat we genoeg ankerketting uitleggen.
Voor de zekerheid zetten we toch de wekker nog maar even om 02.00 uur ’s-nachts om toch maar zeker te zijn dat we genoeg ketting hebben uitgelegd.

We besluiten om hier een aantal dagen te blijven liggen. We hebben de laatste tijd flink door gezeild. Even tot rust komen, lekker uitslapen en wat rondkijken en wandelen in de stad en de mooie natuur.



De Gendarmerie ligt met de boot op anker achter ons op de rivier. We hebben hier zelfs persoonlijke beveiliging.

We liggen nu inmiddels meer dan een week op deze rivier. De dagen lopen ineen en we hebben geen benul meer van tijd. We doen wat klusjes aan de boot zoals een hoes maken voor de dinghy tegen het zonlicht.
We varen met de dinghy soms naar de stad om boodschappen te doen en te wandelen.
Zo hadden we een wandeltocht gepland langs het strand richting een aangelegde wandelroute richting het volgende dorpje. Om terug te komen konden we kiezen of dezelfde weg terug of via een andere route terug. We kozen voor de andere route die wel een stuk langer zou zijn maar ons ook nog iets leerde over de geschiedenis van dit gebied. Zo kwamen we door een oud historisch dorpje waar verschillende gebouwen en een wasplaats was waar vroeger de monniken hun kledijen wasten en op de stenen sloegen voor de start van de lente. Na een voldaan maar moe gevoel waren we na 5,5 uur terug bij onze dingy.


Het plan is om over een paar dagen meer de Golf van Biskaye verder in te varen
en gaan we langzamerhand richting Spanje.

Na een aantal weken onderweg te zijn krijgen we steeds meer het gevoel van vrijheid en wennen we aan deze manier van leven.
De Franse wijn smaakt heerlijk maar soms drinken we een beetje te veel.

Benodet